Agent Josephine : van Parijse artiest tot onverschrokken spion : de rol van Josephine Baker tijdens de Tweede Werel...
Agent Josephine : van Parijse artiest tot onverschrokken spion : de rol van Josephine Baker tijdens de Tweede Werel...
Agent Josephine vertelt het spannende, aangrijpende verhaal van Josephine Bakers rol als spion voor het Franse verzet tegen de nazi’s aan de hand van nieuwe bronnen en interviews
Zangeres. Actrice. Model. Spion. Vóór de Tweede Wereldoorlog stond Josephine Baker (1906-1975) bekend om haar zang en dans, haar schoonheid en sensualiteit; ze was de bestbetaalde vrouwelijke artiest in Europa. Toen de nazi’s haar geliefde stad Parijs innamen, werd ze om haar huidskleur en overtuigingen van het podium verbannen. Maar in plaats van terug te keren naar Amerika bleef ze in Frankrijk om de naziterreur te bestrijden. Van de ene op de andere dag veranderde ze van artiest in spion van het verzet.
In Agent Josephine onthult bestsellerauteur Damien Lewis het buitengewone verhaal van Josephine Bakers transformatie. Hij put daarvoor uit een overvloed aan nieuw historisch materiaal en grondig onderzoek, waaronder niet eerder openbaar gemaakte brieven en dagboeken. Gedurende de Tweede Wereldoorlog, waarin ze haar sterrenstatus gebruikte als dekmantel voor haar geheime werk, ondernam Baker gewaagde ondergrondse missies tegen de nazi’s waarmee ze een onuitwisbare stempel op de geschiedenis drukte.
In de pers
‘Agent Josephine is een fascinerend verhaal, grondig onderzocht en rijk gedetailleerd, geschreven in de adembenemende stijl van een thriller.’ The Wall Street Journal
‘Vierhonderd pagina’s vol dapperheid en heldendom die lezen als een spionageroman die je niet weg kunt leggen.’ Vanity Fair
‘Een complex, onderhoudend verhaal vol intriges en koelbloedigheid met een geliefde, moedige held.’ Kirkus Reviews
MinderDetails
477 p., [16] p. foto's
Besprekingen
De Volkskrant
Adolf Hitler stond er lelijk van te kijken toen hij zijn Oostenrijkse hotelkamer binnenstapte. Triomfantelijk was hij naar zijn geboorteland gereisd in 1938, de Anschluss was een feit. En daar, in de luxe suite die voor hem was gereserveerd, werd hij aangestaard door een vrouw van kleur. Boven het bed hing een portret van Josephine Baker. Foutje van het management.
De van oorsprong Amerikaanse, in Parijs doorgebroken entertainer stond voor zowat alles wat de Führer verachtte. Niet alleen was ze volgens hem een inferieure 'halfaap', de erotisch geladen shows waarmee ze wereldberoemd was geworden, waren in nazi-ogen zeer entartet. Bovendien had Baker, die de armoede en het racisme van haar jeugd in de VS was ontvlucht, indertijd een Joodse echtgenoot.
Wat Hitler nooit heeft geweten, is dat diezelfde Josephine Baker (1906-1975) een belangrijke rol zou spelen in het verzet tegen de nazi's. Na de oorlog ontving ze hiervoor de hoogste Franse onderscheiding: ze kreeg toegang tot het Legión d'Honneur. (Baker was in 1937 genaturaliseerd.)
In Agent Josephine zoomt de Britse journalist en auteur Damien Lewis in op het oorlogsverleden van de zangeres, danseres en actrice. Dat speelde zich goeddeels af onder het collaborerende Vichy-regime in zowel Frankrijk als de toenmalige Franse kolonie Marokko.
Hoewel ze had gezworen geen voet meer op een podium te zullen zetten tot de laatste nazi uit Frankrijk was verdreven, bleef Baker optreden nadat ze was gerekruteerd door de Britse geheime dienst. De (Franse) agent die haar het vak moest leren, Jacques Abtey, had goed gezien dat niemand de flamboyante en schijnbaar luchthartige superster - die over de Champs-Élysées wandelde met een aangelijnde cheeta - zou verdenken van spionage.
Haar optredens waren de perfecte dekmantel: ze kwam over de vloer bij diplomaten en politiek leiders, allemaal fans, en had de moed en flair om informatie los te peuteren en gelijkgezinden met elkaar in contact te brengen. Voor haar shows in het buitenland kon ze makkelijker visa krijgen dan gewone stervelingen, en welke douanier zou het in zijn hoofd halen La Baker te fouilleren? In haar ondergoed smokkelde ze geheime papieren mee, tussen de notenbalken op haar partituren stond met onzichtbare inkt informatie voor de spionagediensten.
Damien Lewis beschrijft overtuigend hoe de met bananenrokjes en verentooien geassocieerde wereldster een gedreven strijder werd tegen fascisme en segregatie. Hij doet helaas geen poging een gelaagde Josephine neer te zetten. Ze blijft in het boek de exuberante entertainer die 'ziel en zaligheid' in haar optredens legt, een onfeilbare spion 'vol zelfbeheersing, moed en koelbloedigheid'. De constatering dat Baker in Frankrijk eindelijk was verlost van het racisme waaronder ze in de VS zo had geleden, had op z'n minst meer nuance verdiend.
Josephine Baker en Abtey, met wie ze al snel een relatie kreeg, ontvluchtten nazi-Parijs en vestigden zich in haar Zuid-Franse kasteel. Behalve aan haar exotische menagerie met aapjes, muizen en een Deense dog bood ze daar onderdak aan vluchtelingen en verzetsstrijders. Toen het te gevaarlijk werd in Frankrijk vluchtten ze naar Marokko, waar Baker langdurig ziek werd. Ze maakte van de nood een deugd door haar ziekenhuiskamer te veranderen in een onverdacht knooppunt voor geheim agenten en loyalisten.
Lewis zet niet alleen een vergrootglas op een belangrijk deel van Bakers leven, hij vertelt een in Nederland minder bekend stuk oorlogsgeschiedenis. Hier is hij op z'n best. Op thrillerachtige manier en met veel details beschrijft hij de Noord-Afrikaanse 'schaduwoorlog' in de aanloop naar en tijdens de invasie van de geallieerden in Marokko, operatie Toorts, in november 1942.
Casablanca, Tanger en Marrakech waren broeinesten van elkaar soms beconcurrerende, geallieerde geheime diensten. Er werden wonderlijke internationale verbanden gesmeed van antifascisten en opportunisten op het snijvlak van oorlog, kapitalisme en criminaliteit. Zoals de lucratieve, door de Britse geheime dienst opgezette smokkelvloot, bemand door vissers en piraten, die behalve schaarse contrabande als tabak ook spionnen, wapens en valuta vervoerde.
De zieke diva mocht de onschuld zelve lijken - ze breidde truitjes voor haar straatkat -, Baker onderhield waardevolle contacten met onder anderen hoge Marokkaanse functionarissen. Via haar ziekbed liepen informatielijnen naar Londen en vandaar naar Washington. Mede dankzij haar relaties met Berberleiders kon Abtey ontsnappen uit een nazi-gevangenis in het Rifgebergte, verkleed als vrouw.
Agent Josephine is in Frankrijk allerminst vergeten. In 2021 werd ze als eerste vrouw van kleur symbolisch herbegraven in het Panthéon in Parijs, waar ze buren werd van Frankrijks fine fleur, onder wie Voltaire, Victor Hugo en Simone Veil. Als Franse dode kun je het vooralsnog niet verder schoppen.